zaterdag 14 januari 2012

Dag 38 13 januari Medellin - Cartagena 660km. Geschatte reistijd 14 uur


We hopen door onze vroege vertrek van 5 uur het vrachtverkeer richting Cartagena voor te zijn. Om half 8 bereiken we de laatste top van deze reis van 2800 m. Het is mooi in de bergen op dit vroege tijdstip, de zonsopkomst, de dauw, de laaghangende bewolking en het frisse groen de weiden waar de koeien met de kalfjes grazen. De koeien worden hier nog met de hand gemolken en de melkbussen weggebracht op ezels, bromfietsen, koeien en paarden. Rond 10 uur zijn we weer op zeeniveau en het wordt tropisch warm. Er groeien weer veel bananen, kokospalmen en langs de rivieren de bekende mangrovebomen. Hedan eent verkeer wordt steeds drukker richting Cartagena. Langs de weg veel goed verzorgde haciendas met leuke koeien met hangende flaporen, vele ezels en paarden.  Veel huizen zijn hier met riet of gras bedekt en rondom de tuinen staan veel cactushagen. Rijdende door de dorpen klinkt er uit de cafe’s en restaurants caraibische muziek. Het is per slot vrijdagavond. Nadat de zon onder gaat zijn we nog tot 21 uur onderweg voor we ons hotel bereiken. Na uitgestapt te zijn feliciteren we elkaar met deze goede afloop van onze reis, iedereen en alle auto’s heelhuids aangekomen.
Erg moe maar voldaan kunnen we in het Hilton bijkomen. Morgen brengen we de auto naar de haven en zullen met weemoed afscheid nemen van ons dagelijkse verblijf op wielen van de afgelopen 6 weken. De Amazone heeft goed zijn best gedaan voor ons, deze krasse knar van 43 jaartjes. Zijn beloning zal bestaan uit een geheel verzorgde luxe zeecruise naar Antwerpen.  De rest van de dag zijn we morgen vrij om Cartagena te verkennen. Met een caraibische avond sluiten we een unieke reis naar Zuid-Amerika af.
Maandag zijn we weer in Nederland en hopen we jullie t.z.t. weer te zien. Adios!!



Dag 37 12 januari Cali - Medellin 460km


Het is al zwoel warm als we om 7.30 uur vertrekken. Na wat geharrewar in de stad Cali vinden we elkaar weer bij de koffie. We hebben er dan al 200 km opzitten en de weg is prima. Wat een verademing na gisteren. Rijdend door een groene omgeving met veel suikerrietplantages en parapluvormige bomen. 0 km na Pereira slingert de weg door groene bergen en dichte begroeiingen. Het gebied is gevoelig voor aardverschuivingen na heveige regenval. Stenen en grond breken dan vaak dan vaak uit de wegkant en komen op de weg terecht. Gelukkig regent het nu niet maar zien wel veel wegreparaties.  Om 14.00 uur is het nog 75 km naar Medellin maar daarin zit nog een klim naar 2800m. Met veel vrachtverkeer schiet het niet echt op. Onderweg veel kraampjes met fruit zoals ananas, dadels en mango’s.  Om 16.00 uur bereiken we de top Altos de Minos en net voor donker bereiken we het hotel Continental in Medellin. Ik ga nog even zwemmen en daarna samen lekker eten. De Volvo importeur van Medellin verrast ons nog met een muziek- en dansgroep. Medelling, de stad van de eeuwige lente ligt in het noordoosten van Colombia. Het is de grootste stad na Bogota en ligt in de Aburavallei, een gebied met 3.2  miljoen inwoners. In de jaren 80 was de stad in de ban van drugskartel o.l.v. Pablo Escobar en het bijkomende geweld. Vanaf 2000 wordt hard gewerkt om de stad veiliger en moderner te maken. 



donderdag 12 januari 2012

Dag 36 11 januari 400 km Pasto - Cali


Vanuit het hotel hebben we zicht op een plein en na een goed ontbijt vertrekken we om 8 uur. We rijden door een mooi heuvelachtig landschap en de weg loopt langs diepe ravijnen.Dan slingert de weg weer omlaag en komen we in een tropisch gebied waar het alsmaar warmer en vochtiger wordt. Er staan veel bananenbomen evenals mangobomen, lianen en acaciabomen. Over de eerste 100 km doen we twee en een half uur, wat dat betreft schiet het niet echt op maar de vergezichten zijn prachtig en de dorpjes onderweg heel leuk. Vandaag zijn er veel condors in de lucht die tijd tijdloos voortzweven. De Colombianen langs de kant van de weg zijn erg enthousiast en zwaaien en toeteren veel naar ons. Zelfs een militaire politieman houdt ons aan en wil alles van ons en onze tour weten. Langs de route treffen we regelmatig zwaarbewapende militairen en politie aan. Is dit normaal of speciaal voor ons? Rond 6 uur naderen we Cali, het is de derde grootste stad van Colombia en heeft 2 miljoen inwoners. In de jaren tachtig was de stad in het nieuws omdat er zich een beruchte cocainebende had gevestigd, het z.g. Cali-kartel. Het kost ons nog een uur om de 25 km in de stad naar ons hotel Spiwak af te leggen. Nieuw in Cali is het grote aantal brommers dat er rondrijdt en je van alle kanten passeren. Hotel Spiwak was een positieve verrassing. Halfrond gebouwd en de kamers zijn toegankelijk via een balustrade in de buitenlucht. Een koepel rondt het geheel af en vanaf de balustrade kijk je een groot modern winkelcentrum in. Prachtig ontwerp.




Dag 35 10 januari 360km Quito - Pasto


Vertrek om 7 uur uit Quito en het duurt ruim een uur voor we de stad uit zijn, tenslotte meet de stad 54 km bij 7 km. Het Veronicateam reist met Ton en Maarten mee voor opnames voor een eventuele uitzending in april. Om half tien staan we zo’n 30 km boven Quito bij het monument van de evenaar. Het oude evenaar monument is eigenlijk komen te vervallen omdat met de huidige GPS-technieken is gebleken dat de correcte evenaar 300m verderop ligt. Heel bijzonder om hier te zijn en natuurlijk een groepsfoto met en zonder auto’s. Na de stad Ibarra dalen we naar 1500 m en geraken in een sub-tropische omgeving. Later weer klimmen naar 3000 m alvorens de grens naar Colombia te passeren. Bij de Colombiaanse grens staan lange rijen auot’s en ook lange rijen mensen te wachten. Het kost ons vier en een half uur om de grens te passeren en arriveren in ’t donker in ons hotel. Dit laatste stuk weg zit vol vrachtwagens met bovendien veel scherpe bochten. Ook lopen er nog mensen langs de weg, dus het is erg opletten geblazen. We komen heelhuids maar vermoeid aan in het hotel. Een muziekband speelt lokale muziek in hetrestaurant mzaar dat kan ons niet erg meer boeien. We zoeken graag ons bed op on hotel AquaLonge want om half zeven loopt de wekker weer af.



maandag 9 januari 2012

Dag 34 9 januari Ochtendexcursie Quito


Quito ligt op 2800m in de Andesvallei en heeft een prachtig koloniaal stadscentrum. Vanuit bijna elke plek in de stad kun je wel een vulkaan zien die de stad aan de oostkant omringen. Quito was ook een belangrijke stad in het Inkatijdperk, daarna veroverden de spanjaarden de stad en brandden hem plat. In 1830 veroverden de onafhankelijkheidsstrijders de stad weer. Quito heeft fraaie pleinen, plaza de Independence en Plaza de San Francisco. Op de Plaza del Independence zien we tijdens een ceremonie de president op het balkon verschijnen. Het oude koloniale gedeelte is tot werelderfgoed verklaard.  Metde stadstour bezoeken we ook de La Merced kerk en zijn onder de indruk van de 400kg goud dat hier zo artistiek verwerkt is met veel symboliek. In de koepel is de zon verwerkt als symbool van de god van de Inka’s. Buiten op straat worden we vaak aangesproken door verkoopsters van sjaals. Als laatste stop naar het Virginbeeld, dit staat zo’n 200m boven de stad en bestaat uit aluminium plaatjes.  Om 17 uur is er voor het hotel nog een bijeenkomst voor een groepsfoto. Vanavond weer vroeg naar bed om weer fit te zijn voor de laatste 4 rijdagen van in totaal 1800km naar  Cartagena. Jan heeft in ieder geval al 233.000 Colombiaanse pesos gewisseld voor 100 euro. Een rijk gevoel. De banken doen dit wisselen niet maar werd op straat afgewikkeld, een minder luxe gevoel.




Dag 33 8 januari Cuenta - Quito 520km


Gisteravond nog even met een taxi (dollemansrit) naar het centrum van Cuenta geweest. Een prachtig plein met een mooie kathedraal. Maar door de vele regen waren we weer snel terug. Om 7 uur  op weg door de Andes. De weg is in goede staat, lekker bergachtig met laaghangende bewolking. We vertrekken juistvroeg want in de middag ontwikkelen zich hier vaak veel mistwolken. Vanaf Ambato komen we terecht in de voorsteden van Quito en wordt het erg druk. We rijden over de vulkanenroute. Een groep studenten wacht ons op vlak voor Quito en Vivi komt bij ons achter in de auto om ons naar hotel Quito te loodsen.  Ze vertelt ons al veel over de stad welke 2 miljoen inwoners heeft. Ze is erg blij met de Volvo pet.




zaterdag 7 januari 2012

Dag 32 7 januari Loja - Cuenca 220 km


Om 9 uur rijden bij hotel HoJo weg. De luxe van 8 uur slapen heeft ons goed gedaan. De auto stond op een steile helling geparkeerd en na enig manoevreren gaan we op pad. Even buiten het dorp rijden we vast en een vriendelijk taxichauffeur biedt aan om ons naar de goede weg voor te rijden. Dit ging wel via een binnenweg met diepe kuilen. De bergachtige omgeving is hier frisgroen. Het is bewolkt en nevelig. Het regenseizoen is hier van januari tot mei en de eerste buitjes mogen we meemaken. Equador zieter dus anders uit dan de naam zou doen vermoeden, niet dor maar groen. We drinken koffie met een tosti in een bergrestaurantje. Het is een huiselijke sfeer en een meisje van 4 die eerst erg verlegen is komt later op schoot zitten en de zoon van 10 laat zijn gewonnen crossmotorprijs zien en is superenthousiast als hij een mooie pet en medaille van Catelijne krijgt. Het was er gezellig en zoals Tom opmerkte; over 6 uur weten we pas echt of het goed en leuk was. Om 14.00 uur arriveren we in ons hotel Oro Verde in Cuenca. Cuenca is een voormalige Inkastad en wordt gezien als de culturele hoofdstad van Equador. Met zijn nauwe pittoreske steegjes, mooie pleinen, vele kerken (52) en statige koloniale gebouwen werd het centrum van de stad  opgenomen op de werelderfgoedlijst van Unesco. Tegenwoordig staat de stad bekend vanwege de fabricage van panamahoeden en keramiek.



Dag 31 6 januari Chiclayo - Loja 590 km


Onderweg in Piura maken we onze laatste peruaanse solexen op voor we de grens bij Macara naar Equador oversteken. De grenspost is niet meer dan een brug, onze paspoorten weer gestempeld en de auto weer in- en uitgeklaard met met de ADAC carnet. Het betaalmiddel in Equador is US dollars. Na de grens nog 200 km met stijgingen tot 2500m en af en toe onverhard wegdek met veel geiten en ezels langs de kant. Het laatste stuk rijden we helaas weer in de mist en duisternis en komen om 19.30 uur komen we aan in hotel HoJo. We horen van anderen dat ze op het centrale plein zijn onthaald met de marinierskapel. Loja ligt op 2000m hoogte en was de eerste stad inhet land met stroomvoorziening opgewekt door een krachtcentrale, Het heeft een oud toeristisch centrum met historische panden en gevels in felle kleuren. Het is de muzikale hoofdstad van Equador.  Bij aankomst bleken alle onbedekte lichaamsdelen flink onder de bulten te zitten. Zandvlooien of muggen, we weten het niet. 



Dag 30 5 januari Lima - Chiclayo 828 km


Om 6 uur vertrek uit Lima. Om 6.30 uur zijn we de stad uit en om 7.30 uur de voorsteden. Het is weer wat heiig langs deze kustweg naar het noorden en de vele pluimveeschuren ruiken we al op afstand. In Chimbote proberen we iets te vinden waar we kunnen eten. Er hangt een vreselijke geur in de stad en door  hoge luchtvochtigheid is het ontzettend benauwd en laten we het eten maar zitten. Weer een dag met een lunch bestaande uit koekjes, candies, cola en water. Onderweg nog vele suikerrietplantages en rijstvelden. De rit vandaag ging niet door het schoonste deel van Peru. Het straatvuil ligt in de bermen. Toch blijven mensen vriendelijk en hun kleding is schoon en netjes hetgeen ik niet begrijp wanneer je in zulke primitieve omstandigheden moet leven. Na weer een laatste uur in hetdonker gereden te hebben komen we om 20.00 uur in de regionale hoofdstad Chiclayo. In deze archeologische stad zijn mooiere vondsten gedaan dan die bij Toetanchamom. In het hotel krijgen we het nationaal drankje Pico aangeboden. Een cocktail van eiwit, witte rum citroensiroop en ijs. Pittig spul! En voor het naat bed gaan nog even de luxe van een jacuzzibad in de kamer en alle verzamelde woestijnzand en bedenkelijke geuren spoelen we zo nog even weg. 

De condor was de heilige vogel voor de Inca's, en is dat tegenwoordig nog steeds.


Dag 29 4 januari s’Morgens sightseeing in Lima.


Lima is de hoofdstad van Peru met meer dan 9 miljoen inwoners en tevens de grootste stad. Het was een van de belangrijkste bases van de spaanse overheersers in Peru. De 16e eeuwse kathedraal op de Plaze del Armes is daaraan een herinnering. In 1746 wewrd een groot deel van de stad door een aardbeving verwoest. Begin 20e eeuw werd vervuiling van het milieu een groot probleem in Lima. Er werd gestart met de bouw van de metro en kent inmiddels een lijn van 10 km. Ze werken slechts in het weeken en op feestdagen om kosten te besparen. De stad kent veel industrie en voor de 9 miljoen inwoners zijn er geen beperkingen wat betreft hun voertuig. Einde 2006 worden er leningen verstrekt om taxi’s en bussen om te bouwen naar natuurgas dat in het Amazonebekken van Peru gewonnen wordt. In 2001 ontstond er in het historisch centrum (Unescoerfgoed) een grote brand. Bijna 300 mensen kwamen hierbij om. In de bus zien we karakteristieke wijken. Een historisch stadscentrum met 2 prachtige pleinen en gebouwen met houten balkonnetjes, de kathedraal en de San Franciscokerk waarvan we de catacombes bezoeken. Vroeger werden alle katholieken onder de kerk begraven. We zagen de botten en schedels gerangschiukt liggen. Langs de kust ligt het Armorpark met het beeld van de eeuwige kus met daaronder de Gaudi-achtige banken. Daar bevinden zich ook de platte pyramides opgebouwd van gedroogde modderstenen. Hier werden vroeger rituele offeringen gebracht.



Dag 28 3 januari Nasca – Lima 480 km


We verlaten Nasca via de noordkant en rijden door het gebied waar de beroemde Nacalijnen liggen. Dit zijn geogliven; tekeningen in het zand van de pampa’s van Jumana en Nasca. De tientallen figuren van dieren, honderden geometrische vormen en duizenden lijnen zijn in het woestijnzand van de hoogvlakte van Peru lang bewaard gebleven. Deze hoogvlakte is een van de droogste gebieden op aarden en bijna altijd windstil. De temperatuur is gemiddeld 25 gr. Definitief bewijs voor hoe en met welk doel de figuren zijn gemaakt is echter nooit gevonden. We stoppen bij een berg en gaan kijken of we de lijnen van hieruit kunnen waarnemen. Maar we komen allemaal tot de conclusie dat je vanuit een vliegtuig een beter zicht hierop zou hebben. Door de droge woestijnvlakten vervolgen we onze weg. Het is een grote zandbak. Later komen we door gedeeltes waar katoen wordt verbouwd en palntges zijn van cactussen, paprika’s, asperges en druiven. Deze zijn allemaal voorzien met irrigatiesystemen,reeds door de Inka’s aangelegd. Om deze plantages zien we soms dorpjes van sobere hutjes, we begrijpen niet dat mensen hierin kunnen wonen. Na Pisco loopt de route langs de kust tot Lima. Het verkeer wordt druk en de tjuktjuks worden weer telrijker. Goed opletten want ze schieten alle kanten om je heen. Het zijn 3-wielige motorvoertuigen die zich overal rap doorheen werken en ideaal zijn voor personen en goedenvervoer in dit soort plaatsen met vaak smalle straatjes. Door de warmte van het land en de koelte van de zee rijden we de laatste 200 km door nevelvlagen naar Lima. Door de periaanse automobielclub worden we opgevangen en krijgen we politieescorte naar het hotel. Dit is weer een belevenis. En alle respect voor de motoragenten die zich kriskras door het verkeer begeven. Om 19.30 uur bij aankomst in het hotel is Jan echt niet lekker en duikt gelijk zijn bed in. 



Dag 27: 2 januari


Vertrek Sonesta hotel om 5 uur voor een afstand van 649 km van Cusco naar Nasca. De eerste 25 km zijn prachtig, mooie uitzichten op goede bewerkte landbouwgronden. Wel zijn er s’morgens zo vroeg veel koeien, schapen, paarden langs de kant van de weg die naar de weides gebracht worden. En natuurlijk weer honden die te pas en te onpas de weg oversteken, soms echt schrikken! Daarna gaan we snel klimmen en dalen, over de eerste 117 km doen we drieeneenhalf uur. Waty geniet ik van de begroeiingen aan de wegkanten op de lagere delen. Huizenhoge wonderbomen, kerststerren, bougainvilleas, aloe vera, cactussen, geraniums en christusdorens als bomen. En veel hibiscussen, bananbomen, zonneroosjes, palmbomen en daturas in ’t wild. Dan komen we weer op hoogtes waarbij het genieten is van de uitzichten in de dalen en de bergtoppen met sneeuw. Jan geniet van het bochtenwerk en het beheersen van de auto op deze bergwegen. Bij Albancay gaan we klimmen naar 4500 m hoogte en zien we steeds meer auto’s warmlopen, veel motorkappen staan er open. De lucht wordt ijler en het valse plat eist zijn tol. Het lijkt wel of de benzine in de bezinepompen gaat koken en niet meet naar de carburateurs gepompt wordt. Het stijgen en dalen gaat vandaag continue door. We rijden door een spectaculair hooglandschap: pampas galeras. Het is letterlijk en figuurlijk adembenemend. Rond half zes komen we in wolken met mistvlagen terecht. De hele groep heeft zin om de eindstreep te halen en we gaan met z’n vieren als een rups door de bergen langs diepe kloven. De auto’s krijgen weer meer vermogen omdat we dalen. We zien prachtige verkleuringen in de lucht na zonsondergang. Het laatste stuk in het donker gaat snel naar beneden, bij het inhalen voelen we een tikje van en auto rechts tegen ons aan. Gelukkig herstellen beide bestuurders snel. Even later heeft Jan bijne geen remmen meer. Dus gaat hij naar een lagere versnelliong om meer op de motor at te remmen. Even later zijn de remmen weer afgekoeld en doen het weer naar behoren. Om 20.30 uur bereiken we hotel Majora en haalt iederen opgelucht adem; het was een pittige dag. Buiten op het terras eten we nog lekker. De volgende ochtend maken we prachtige foto’s van de tuin erom heen. We zien de kolibri’s (hummingbirds) boven de bloemen van de afrikaanse tulpenboom hangen om honing te snoepen.



zondag 1 januari 2012

Dag 26


Nieuwjaarsdag. Om 9 uur vertrekken we naar een project van Stichting HoPe (Holland-Peru). We zien met eigen ogen hoe de projecten een bijdrage leveren aan deze Peruaanse samenleving. Walter, de oprichter van Stichting HoPe, begeleidt ons. Hij stelt zijn medewerkers voor, van deze school waar we nu gaan kijken. De kinderen trakteren ons op typische, lokale dansen, en we krijgen een lekkernij: een aardappel en een stukje gebakken cavia. Een heel gastvrij gebaar. Verder hebben de mensen die bij deze scholen betrokken zijn polsbandjes voor ons gemaakt (met ‘Volvo’ erop).
Daarna gaan we richting Cuzco, waar we de auto’s op het centrale plein opstellen en toegesproken worden door de lokale burgemeester. Walter krijgt een onderscheiding als ereburger van Cuzco. Verder stelt hij nog enkele stafleden voor, en een groep onderwijzers uit de bergdorpen die dit werk geheel vrijwillig doen. Op het plein is heel veel belangstelling voor de oldtimers. Wij vinden het een mooie gelegenheid om een uurtje te shoppen...

En hier doen we het voor, geef Andes kinderen een kans door te zorgen voor schooltjes in de veraf gelegen dorpen. Met onze sponsoring en verkoop van de loten aan jullie zitten  we nu aan de 40.000 euro! Hiervan kunnen 60 schooltjes worden opgestart. Prachtig! We hebben vandaag met eigen ogen gezien dat het zinvol is. 


Dag 25


Oudejaarsdag, 31 december. We hebben een dagexcursie naar Machu Pichu. Deze Inca-stad betekent letterlijk: ‘oude man hoogte’ in de Indiaanse taal Quechua. We gaan naar het treinstation van Urubambu, met de trein naar Aguas Calientes. We zien de Inca-brug. Daarna gaan we met de bus naar Machu Pichu.


In 1912 werd niet ver van Cuzco deze Inca-stad ontdekt. Hier is veel van de Inca-beschaving intact gebleven, doordat de Spanjaarden de stad nooit ontdekt hebben. De stad, gelegen op 2438 m hoog, is gelegen tussen steile bergen. De Inca’s konden in enkele dagen, via een steil pad, deze hoogte bereiken (te voet). Er verbleven vaak edelen, en het werd als buitenverblijf van koningen gebruikt. In totaal konden er ongeveer 700 mensen verblijven. Toen de Spanjaarden de Inca’s versloegen, stopte de trek en raakte de stad verlaten. Nu komen er zo’n 400.000 bezoekers per jaar naar dit Unesco-werelderfgoed kijken. Onze gids vertelt veel over Condor (staat voor heelal), Puma (staat voor wereld), en Slang (staat voor onderwereld). Het kruis dat in veel religies voorkomt, heeft altijd een centrum. Dit centrum betekent: energie. Ook gaven de Inca’s al met een steen de vier windrichtingen aan. Zoals de stenen in verband liggen met elkaar, is het heel bijzonder dat in dit aardbevinggevoelige gebied deze muren zijn blijven staan. Verder begrijpt men nog steeds niet hoe in die tijd de zware stenen verplaatst zijn, en zo mooi passend bewerkt zijn. Als we daar zo rondlopen, krijgen we veel respect voor de Inca-cultuur, die in die tijd tot stand is gekomen. Verder is er nog weinig bekend, op een paar gevonden werktuigen na, en de mummies zijn overgebracht naar Amerika.
Om half 11 hebben we een oudejaarsdiner. Maar op de terugweg naar ons hotel zitten we in de trein als het nieuwjaar is in Nederland. Er wordt gebeld en er worden sms’jes verstuurd (waarvan later blijkt dat er een pas ’s ochtends om 4 uur aankwam – sorry Leen en Cilia!). Tijdens het oudejaarsdiner ’s avonds wordt er om 23.45 gedanst om de apu’s (berggoden) goed van zin de laten zijn, en het nieuwe jaar goed in te kunnen gaan. We worden uitgenodigd om mee te dansen met deze gemaskerde figuren. Om middernacht toasten we op het nieuwe jaar, en daarna wordt er nog gedanst op de muziek (tot in de kleine uurtjes).


Dag 24


Acht uur: ochtendexcursie naar de Uros-eilanden. Met een boot gaan we naar de drijvende rieteilanden, waarop de Uros-Indianen nog steeds leven. Deze bewoners leven nog op de traditionele manier op hun eilanden in het Titicaca-meer. Hier hebben ze van riet kunstmatige, drijvende eilanden gemaakt waarop ze leven. We krijgen uitleg van de gids over de rietkap, het eten van riet, het steeds omhoogbrengen van de huizen die op het riet staan, en het verankeren van de eilanden. De gids verwacht dat over 10 jaar de bewoning wel zal verdwijnen, maar hoopt dat deze oude cultuur wel in stand gehouden kan worden. We varen in een rieten boot; wel een beetje toeristisch, maar we worden door de bewoners met gezang verwelkomd. Ook horen we hoe het sociale leven binnen dit eiland geregeld wordt. Als een bewoner lui is, en niet meewerkt, krijgt hij de keuze: meewerken of vertrekken. En bij ruzie tussen bewoners wordt dit besproken, en zonodig wordt er een stuk van het eiland gezaagd (en kan iemand weer zijn eigen eiland oprichten).
Om half 11 ’s ochtends vertrekken we naar Cuzco: 340 km volgens het routeboek. Helaas zijn het er 430, en dat valt in de groep een beetje tegen. Dit is de tweede avond dat we weer in het donker het laatste stuk moeten rijden.
Om 12.30 zijn we in Juliaca. In escorte gaan we dwars door het centrum, tussen de motortaxi’s. Binnen drie kwartier zitten we weer op de Ruta 3.



We rijden door vruchtbare valleien, waar op de heuvels allerlei groenten verbouwd worden. Het land is mooi, maar als je de huisjes ziet is het een arm bestaan hier. Vaak zien we een paar koeien bij de huisjes, soms een varken aan de lijn, kippetjes scharrelen er omheen, en wat schaapjes. We zien mensen nog hard werken op het land, met pikhauwelen en veel dingen gebeuren nog met de hand. In de wat grotere dorpen lijkt het wat beter.




Op 29 december s’avonds in het donker reden we de afslag Cusco voorbij om in het hotel Sonesta Sado del Inka te komen. We dachten, in welke negorij komen we terecht? Maar..... toen we de poort indraaiden zagen we gelijk, dit zit goed. Een voormalig klooster omgetoverd in een hotel. Vanuit onze kamer keken we op het terras waar we s’morgens konden ontbijten. Met een vers gebakken omelet, fruit en juices en lekkere echte koffie. Ook was er een klein kerkje op hetterrein, hier was net een trouwpartij geweest, de verse rozenblaadjes lagen nog op de grond. En een geweldige tuin eromheen! Metbijzondere bomen en vruchten, waarbij een avacadoboom, een boom metbessen waarvan we de verse jam vde volgende ochtend konden proeven. Pepperoni’s plus veel stekjes van geraniums en begonias en een rijk bloeiende hortensiatuin. Het hotel en het eten, waarvoor onlangs een award voor service gewonnen was, was voortreffelijk. Zowel de avond van aankomst waarbij we doodmoe aankwamen als ook het oudejaarsdiner en de laatste avond aten we a la carte een Alpaca biefstuk, heel lekker. En wat hier ookgoed was was een prima bed, we gingen er weer fysiek uitgerust vandaan. Voor mij was dit een van de tophotels tot nu toe.

Dag 23


Vandaag is de afstand 280 km: La Paz-Puno. Om 10 uur vertrekken we, en duiken we opnieuw de drukke stad in. Aan de rand van de stad zijn we op zoek naar benzinepompen die ook aan buitenlanders willen verkopen. Het blijkt namelijk dat dit niet overal kan. Toch vinden we er een, en iedereen wisselt zijn laatste bobs in voor benzine. De Ruta 2 voert ons de stad uit, naar het Titicaca-meer. We nemen nog een lunchstop aan dit meer, en daarna rijden we nog 15 km naar de oversteekplaats (met de primitieve houten veerboten, Tiquina genaamd). Het is weer een echte belevenis (zie foto).



We vervolgen onze weg langs het Titicaca-meer, en zien daarbij Chirapaqua de mensen de was in de rivier doen, en daar ook zelf baden.



Daarna stijgen we snel naar 4200 meter, en dat geeft een prachtig uitzicht op het Titicaca-meer. Bij de grensovergang naar Peru gaat het gelukkig snel, en we zijn blij dat we Bolivia verlaten. Een overnachting was voor iedereen genoeg...
We tanken allemaal vol, en wisselen naar Peruaans geld (100 dollar = 250 nuevo Sol; ze hebben er dus een aantal nullen afgehaald). We zetten ons horloge nog een uur terug, en daarmee is het nu zes uur later dan in Nederland. De eerste 40 km in Peru is de weg slecht: wel verhard, maar veel gaten. Om kwart over 6 gaat de zon onder, en de laatste 50 km rijden we in het donker. Zoals we nu moeten rijden, noemt Jan dat ‘Poolse toestanden van weleer’. Doordat de autolichten hier niet goed zijn afgesteld, gebruiken de Peruanen steeds hun grote licht (om beter te kunnen zien en gezien te worden). Maar: het resultaat is dat je steeds verblind wordt. Jan doet dan zijn lampen even uit, en we merken dat daar goed op gereageerd wordt; het tegemoetkomend verkeer dimt.
Tijdens het diner is er een uitvoering van Peruaanse muziek en dans. Het wordt vrolijk en levendig gebracht. Da’s weer genieten!


Dag 22


We vertrekken om 7 uur en de route is Arica-La Paz. We passeren vandaag dus de grens naar Bolivia. Gelukkig hebben Catelijne en Henry voldoende bobs (plaatselijk geld, 1 euro = 8.5 bob) bij zich, want in Bolivia kun je niet met ander geld betalen. We gaan de hoogte in, en rijden binnen enkele uren naar 4700 meter. We hebben de equipenummers van de artsen genoteerd. We hebben enkele brancas (politiecontroles), maar hebben daar geen problemen mee. Als ik de informatie doorlees over Bolivia, dan bestaan daar geen maximumsnelheden op de weg. Geen regels voor parkeren of stoppen. Geen voorrangsregels; hier geldt het recht van de sterkste. Het kraanwater kan niet gedronken worden (zelfs niet je tanden ermee poetsen).




We hebben een schitterende tocht, en hopelijk zijn er vele foto’s bij die lukken. Want ik krijg nu al zijn om ze te aquarelleren. In de uitlopers van de Andes zien we ook veel lama’s, en later nog een lama-kraal. Bij de grensonvergang: flamingo’s in het Chungara-meer. Bij de Boliviaanse grens gaan we tanken en zien we naast ons een heleboel lama’s in een auto. Vlak erna rijden we door een sneeuwbui. Arend, Job en Riki namen wat extra zuurstof, in verband met wat duizelingen en hoofdpijn.
Het is boven glibberen en glijden, en veel gaten en kuilen en vrachtwagens. Maar het fantastische uitzicht vergoedt veel. We komen aan in La Paz, en besluiten om zelf onze weg te zoeken naar het hotel (de aangeboden politie-escorte laten we voor wat het is). We denken dat het al moeilijk genoeg is om met vier auto’s bij elkaar te blijven... Later blijkt dit een goede beslissing te zijn! Vanuit El Alto (voorstad La Paz) heb je een prachtig uitzicht op La Paz.
Na El Alto (wat al heel hectisch was, om door het drukke verkeer te laveren) duiken we de stad La Paz in. Deze belevenis zal alle Volvo-rijders blijven heugen. De meeste Volvo’s hebben niet meer voldoende vermogen om in een keer tegen de steile bergen omhoog te kunnen rijden. Ton was in het voordeel, en sleepte ons uiteindelijk het laatste stukje nog naar hotel Radisson. We horen vele verhalen tijdens het eten, van mensen die de helling naar de parkeergarage moesten nemen, maar uiteindelijk besloten om de auto voor het hotel neer te zetten (omdat het niet te doen was). Jan z’n auto bleek een kapotte bougie te hebben, en dat was een zucht van verlichting (hij liep al even op drie cilinders). Tijdens deze tocht viel het zuurstofgebrek van ons allemaal mee. Alleen waren we allemaal vermoeid.

Dag 21


Na een goed ontbijt zitten we weer direct na San Pedro in de Atacama-woestijn. Richting Calama rijden we eerst op 3300 meter hoogte, en in Calama weer op 2200 meter. Daarna, in Chiquicamata, weer naar 3000 meter. Vandaag zal ons lichaam verder kunnen acclimatiseren voor de grote hoogtes van morgen. Het is vanochtend weer wat bewolkt, terwijl deze omgeving erom bekendstaat altijd een strakblauwe hemel te hebben. Om te rijden (700 km) is dat best prettig. Ten slotte zal het toch wel weer naar de 30 graden gaan. We denken het memorial gevonden te hebben van de mijnwerkersramp van vorig jaar, maar voor zover we het memori-bord kunnen ontcijferen, is het een herdenkingsplaats waar executies hebben plaatsgevonden ten tijde van Pinochet.
Arica, een havenstad op zeeniveau, ligt op 18 km ten zuiden van de grens met Peru. Haar bijnaam is ‘de stad van de eeuwige lente’. Arica heeft een oud treinstation, en een museum met mummies. Maar: die mogen in Chili niet meer getoond worden.
Mensen kunnen de langere periode van ijle lucht aanvoelen, en daardoor problemen krijgen met hoofdpijn en misselijkheid. Maar ook de auto’s reageren erop. Boven 1500 meter loopt het vermogen terug, en het stationaire toerental neemt af. Wegens de ijlere lucht wordt het benzinemengsel rijker, en is het benzine-luchtmengsel niet meer optimaal. Dit mengsel stellen we niet bij, omdat we even later weer sterk dalen, en het vermogen weer terug komt. Wel bijzonder om dit mee te maken.



Onderweg zien we diverse windhozen, waarvan er eentje bijna Arend’s auto meeneemt. We eten in een plaatselijk restaurant, en krijgen echt porties voor mijnwerkers. Samen met de drankjes betalen we ieder 5000 pesos (ongeveer 7,50 euro). Daarna een prachtig afdaling van ongeveer 700 meter in een keer. We zien nog net een mooie zonsondergang in Arica aan de zee.


Dag 20


Vandaag zijn we op de tweede helft van het aantal dagen, en hebben we een rustdag. Ik zwem en luier; Jan doet na 10.000 km een autobeurt. Rond 4 uur wandelen we naar het dorp San Pedro, allemaal lemen muren in dezelfde kleuren als in de luna-vallei: roodbruin van kleur. Mooi kerkje in het centrum van het dorp, en op het plein een kerstboom en kerststal. Ineens denken we: ‘oh ja, het is tweede kerstdag’. Verder zijn er veel kleine winkeltjes, waar we cocathee-bladeren en coca-snoepjes kopen. Want vanavond starten we ook met medicijnen voor de komende drie dagen. Door de snelle stijging en daling heb je kans op hoogteziekte. Gisteravond en vanmorgen zijn er al een aantal mensen behoorlijk ziek geworden. We besluiten met z’n achten toch preventief de diamox te nemen. Ook kopen we een flesje zuurstof in geval van nood.
’s Avonds gaan we naar een plaatselijk restaurant waar we buiten kunnen zitten. Het is een wat hilarische vertoning. Eerst zien we zoonlief op de fiets de drankjes (Fanta en bier) om de hoek halen. Vervolgens gaat moeder het dorp in en komt met een zak bolletjes terug. En onze bestelling laat een hele poos op zich wachten. Als het wat donker begint te worden, zien we zoonlief weer op de fiets terugkomen, met een jerrycan brandstof. Even later horen we een aggregaat lopen, en gaan de lampjes aan. Dan ineens een zaagmachine, en wordt het vuur aangestoken. Maar het eten smaakt perfect, en ieder krijgt tegelijk z’n warme maaltijd. Jammer voor degenen die zich ingeschreven hadden voor de sterrenhemel-excursie, want het is een van de weinige avonden dat het bewolkt is.