We vertrekken om 7 uur en de route is Arica-La
Paz. We passeren vandaag dus de grens naar Bolivia. Gelukkig hebben Catelijne
en Henry voldoende bobs (plaatselijk geld, 1 euro = 8.5 bob) bij zich, want in
Bolivia kun je niet met ander geld betalen. We gaan de hoogte in, en rijden
binnen enkele uren naar 4700 meter. We hebben de equipenummers van de artsen
genoteerd. We hebben enkele brancas (politiecontroles), maar hebben daar geen
problemen mee. Als ik de informatie doorlees over Bolivia, dan bestaan daar
geen maximumsnelheden op de weg. Geen regels voor parkeren of stoppen. Geen
voorrangsregels; hier geldt het recht van de sterkste. Het kraanwater kan niet
gedronken worden (zelfs niet je tanden ermee poetsen).
We hebben een schitterende tocht, en hopelijk
zijn er vele foto’s bij die lukken. Want ik krijg nu al zijn om ze te
aquarelleren. In de uitlopers van de Andes zien we ook veel lama’s, en later
nog een lama-kraal. Bij de grensonvergang: flamingo’s in het Chungara-meer. Bij
de Boliviaanse grens gaan we tanken en zien we naast ons een heleboel lama’s in
een auto. Vlak erna rijden we door een sneeuwbui. Arend, Job en Riki namen wat
extra zuurstof, in verband met wat duizelingen en hoofdpijn.
Het is boven glibberen en glijden, en veel
gaten en kuilen en vrachtwagens. Maar het fantastische uitzicht vergoedt veel.
We komen aan in La Paz, en besluiten om zelf onze weg te zoeken naar het hotel
(de aangeboden politie-escorte laten we voor wat het is). We denken dat het al
moeilijk genoeg is om met vier auto’s bij elkaar te blijven... Later blijkt dit
een goede beslissing te zijn! Vanuit El Alto (voorstad La Paz) heb je een
prachtig uitzicht op La Paz.
Na El Alto (wat al heel hectisch was, om door
het drukke verkeer te laveren) duiken we de stad La Paz in. Deze belevenis zal
alle Volvo-rijders blijven heugen. De meeste Volvo’s hebben niet meer voldoende
vermogen om in een keer tegen de steile bergen omhoog te kunnen rijden. Ton was
in het voordeel, en sleepte ons uiteindelijk het laatste stukje nog naar hotel
Radisson. We horen vele verhalen tijdens het eten, van mensen die de helling
naar de parkeergarage moesten nemen, maar uiteindelijk besloten om de auto voor
het hotel neer te zetten (omdat het niet te doen was). Jan z’n auto bleek een
kapotte bougie te hebben, en dat was een zucht van verlichting (hij liep al
even op drie cilinders). Tijdens deze tocht viel het zuurstofgebrek van ons
allemaal mee. Alleen waren we allemaal vermoeid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten