Acht uur: ochtendexcursie naar de
Uros-eilanden. Met een boot gaan we naar de drijvende rieteilanden, waarop de
Uros-Indianen nog steeds leven. Deze bewoners leven nog op de traditionele
manier op hun eilanden in het Titicaca-meer. Hier hebben ze van riet
kunstmatige, drijvende eilanden gemaakt waarop ze leven. We krijgen uitleg van
de gids over de rietkap, het eten van riet, het steeds omhoogbrengen van de
huizen die op het riet staan, en het verankeren van de eilanden. De gids
verwacht dat over 10 jaar de bewoning wel zal verdwijnen, maar hoopt dat deze
oude cultuur wel in stand gehouden kan worden. We varen in een rieten boot; wel
een beetje toeristisch, maar we worden door de bewoners met gezang verwelkomd.
Ook horen we hoe het sociale leven binnen dit eiland geregeld wordt. Als een
bewoner lui is, en niet meewerkt, krijgt hij de keuze: meewerken of vertrekken.
En bij ruzie tussen bewoners wordt dit besproken, en zonodig wordt er een stuk
van het eiland gezaagd (en kan iemand weer zijn eigen eiland oprichten).
Om half 11 ’s ochtends vertrekken we naar
Cuzco: 340 km volgens het routeboek. Helaas zijn het er 430, en dat valt in de
groep een beetje tegen. Dit is de tweede avond dat we weer in het donker het
laatste stuk moeten rijden.
Om 12.30 zijn we in Juliaca. In escorte gaan
we dwars door het centrum, tussen de motortaxi’s. Binnen drie kwartier zitten
we weer op de Ruta 3.
We rijden door vruchtbare valleien, waar op de
heuvels allerlei groenten verbouwd worden. Het land is mooi, maar als je de
huisjes ziet is het een arm bestaan hier. Vaak zien we een paar koeien bij de
huisjes, soms een varken aan de lijn, kippetjes scharrelen er omheen, en wat
schaapjes. We zien mensen nog hard werken op het land, met pikhauwelen en veel
dingen gebeuren nog met de hand. In de wat grotere dorpen lijkt het wat beter.
Op 29 december
s’avonds in het donker reden we de afslag Cusco voorbij om in het hotel Sonesta
Sado del Inka te komen. We dachten, in welke negorij komen we terecht?
Maar..... toen we de poort indraaiden zagen we gelijk, dit zit goed. Een
voormalig klooster omgetoverd in een hotel. Vanuit onze kamer keken we op het
terras waar we s’morgens konden ontbijten. Met een vers gebakken omelet, fruit
en juices en lekkere echte koffie. Ook was er een klein kerkje op hetterrein,
hier was net een trouwpartij geweest, de verse rozenblaadjes lagen nog op de
grond. En een geweldige tuin eromheen! Metbijzondere bomen en vruchten, waarbij
een avacadoboom, een boom metbessen waarvan we de verse jam vde volgende
ochtend konden proeven. Pepperoni’s plus veel stekjes van geraniums en begonias
en een rijk bloeiende hortensiatuin. Het hotel en het eten, waarvoor onlangs
een award voor service gewonnen was, was voortreffelijk. Zowel de avond van
aankomst waarbij we doodmoe aankwamen als ook het oudejaarsdiner en de laatste
avond aten we a la carte een Alpaca biefstuk, heel lekker. En wat hier ookgoed
was was een prima bed, we gingen er weer fysiek uitgerust vandaan. Voor mij was
dit een van de tophotels tot nu toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten